Kinderen en Productiviteit
Als je op het internet of in bladen leest over productiviteit en kinderen gaat het meestal over hoe je, ondanks dat je kinderen hebt, toch nog productief kunt zijn. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het verschil in productiviteit tussen mensen met kinderen en zonder kinderen. De resultaten en verklaringen zijn niet eenduidig.
Ik wil de relatie tussen kinderen en productiviteit eens vanuit een andere hoek bekijken omdat ik denk dat je juist van kinderen een aantal belangrijke lessen kunt leren als het gaat over productiviteit.
Gewoontes
Uiteraard kan het een uitdaging zijn om productief te zijn als je kleine kinderen hebt. Daar weet ik alles van. Ik heb drie kinderen waarvan de jongste 4 maanden oud is op het moment dat ik dit schrijf. Als ik niet op kantoor of bij de klant ben werk ik regelmatig vanuit huis. Het valt dan niet altijd mee om tijd en ruimte te vinden om ongestoord te kunnen werken.
Productiviteit heeft veel te maken met gewoontes. Dingen die je dagelijks wel of niet doet die grote invloed kunnen hebben op hoeveel je gedaan krijgt op een dag: hoe laat je naar bed gaat, hoe laat je opstaat, wat je eet, hoe je met e-mail omgaat, hoe je je werk indeelt enzovoort. Van nature kiezen de meeste mensen voor de weg van de minste weerstand en zijn niet-productieve gewoontes vaak makkelijker. Om productief te zijn moet je bewuste keuzes maken en jezelf soms dingen aanleren die tegen-intuïtief aanvoelen.
Kinderen hebben soms productieve gewoontes, die wij ze vervolgens – hoewel goedbedoeld – weer proberen af te leren…
Ik bespreek hieronder vijf dingen die ik van mijn kinderen geleerd heb over productiviteit. Eigenlijk zou ik me moeten afvragen wie nu werkelijk de Productiviteits Ninja is in huis…
1. Schakel hulp in
Als iets niet lukt roepen mijn kinderen vaak meteen ons als ouders erbij om te helpen of iets voor ze te doen. Omdat ik graag wil dat mijn kinderen op eigen benen leren staan en zelfstandig zijn, probeer ik ze meestal te helpen door eerst vragen te stellen of de taak op te delen in kleinere stukjes (“misschien helpt het als je eerst…”). Dit is voor basale dingen die we allemaal moeten leren zoals veterstrikken en aankleden natuurlijk goed omdat ze dit in ieder geval zelf moeten kunnen. Voor andere zaken is het soms meer een kwestie van talent en persoonlijkheid, of je iets kunt en wilt leren, en is het nog maar de vraag of je iets wel zelf moet willen doen. Ik heb de neiging om veel dingen zelf te doen. Op dit punt kunnen we leren van kinderen die het de normaalste zaak van de wereld vinden om iets waar ze niet goed in zijn ‘uit te besteden’ aan anderen zonder daar eerst zelf teveel tijd aan te besteden.
2. Zorg voor concentratie
Als mijn zoon van 6 aan het spelen is, kan hij helemaal opgaan in zijn spel en is hij daar volledig op geconcentreerd. Hij kan dan heerlijk onbezonnen spelen zonder zich ergens druk over te maken en is echt helemaal in het moment. Als ik iets tegen hem wil zeggen of iets wil vragen hoort hij het niet. Zelfs na herhaaldelijk zijn naam roepen speelt hij soms heerlijk verder. Als ik dan eindelijk na verschillende pogingen contact heb, vraag ik of hij mij niet hoorde roepen en vraag ik hem meer op te letten op wat er in zijn omgeving gebeurt… Een onzinnige vraag eigenlijk. Ik kan beter van hem leren dat als je iets doet wat je leuk vindt en je niets aan je hoofd hebt dat je dan helemaal kunt opgaan in het moment dat je geen erg meer hebt in je omgeving – oh wacht ik hoor mijn vrouw roepen…
3. Zorg voor voldoende marge
Kinderen letten niet op de tijd. Kleine kinderen hebben zelfs nog geen besef van tijd. Dit kan op sommige momenten voor stress zorgen, bijvoorbeeld ’s ochtends om iedereen op tijd klaar te krijgen voor het begin van de dag. Douchen, aankleden, ontbijten, baby de fles, tandenpoetsen, tas inpakken, schoenen en jas aantrekken… Kinderen zijn niet steeds gericht op de tijd en tellen ook niet af hoeveel tijd ze nog hebben. Haasten werkt dan contra-productief, er gaat dan van alles mis en duurt het langer dan wanneer ik de kinderen rustig de tijd geef om iets te doen. De enige manier die werkt om het ochtendritueel goed te laten verlopen is marge inbouwen. Op tijd opstaan dus zodat je niet hoeft te haasten.
4. Beperk het aantal opties
In de woonkamer hebben we een ruime hoek onder de trap waar een kast staat met speelgoed. In principe wordt deze aan het einde van de dag opgeruimd, maar toch ontstaat er na verloop van tijd steeds meer chaos in deze hoek en belandt er steeds meer speelgoed vanuit hun kamers ook in deze hoek beneden. We merkten dat naarmate de kast voller en rommeliger werd, de kinderen minder speelden met wat erin stond en lag. Door de rommel was er geen overzicht meer en doordat er steeds meer speelgoed lag, wisten de kinderen niet meer waarmee ze moesten spelen. Teveel keuzes en teveel opties werken verlammend en kunnen ervoor zorgen dat je dan maar niets kiest.
5. Zorg voor routines
Voor kinderen is het heel prettig om te weten waar ze aan toe zijn. Een bepaalde mate van voorspelbaarheid en routine werkt heel goed. Als dingen in een bepaalde volgorde gaan weten ze wat er gaat gebeuren en gaat het bijna als vanzelf. Het bedritueel is elke dag hetzelfde: naar boven, tandenpoetsen, naar de wc, naar de slaapkamer, kleren uit, pyjama aan, verhaaltje lezen, stoeien en knuffelen en dan slapen. Ik hoef niet steeds de volgende stap aan te kondigen. Wij leggen als ouders ’s avonds hun kleren klaar en hoeven de volgende ochtend niet uit te leggen dat de jongens (5 en 7) zich moeten aankleden. Dat doen ze uit zichzelf omdat dat iedere dag zo gaat. Help jezelf met routines om dingen makkelijker te doen zonder erover na te hoeven denken en zonder frictie.
Kijk eens naar je kinderen door een andere bril – Kijk wat je kunt leren over productiviteit en dingen gedaan krijgen… Veel dingen die wel of niet voor je kinderen werken zijn ook van toepassing op jezelf.
Wat kun jij leren van je kinderen of van je neefje of nichtje?
Photo: Flickr /Woodleywonderworks/Foter/CC BY